donderdag 11 april 2013

Zoveelste initiatief tegen ongezonde kindervoeding


Ongezonde kindervoeding. Als het aan Foodwatch ligt mag daar geen reclame meer voor gemaakt worden. Via een burgerinitiatief wil de consumentenorgansatie een wet op verbod op kindervoeding bespreekbaar maken in Den Haag. Of dat uiteindelijk leidt tot een daadwerkelijk verbod, zal heel lastig zijn, zo leert de recente geschiedenis.

Foodwacht 
De jacht op voedselfabrikanten is weer geopend. Dit keer door Foodwatch. De organisatie heeft een rapport uitgebracht onder de noemer ‘Kindermarketing: Onverantwoord en ongereguleerd’. Foodwatch testte 600 producten die speciaal gemaakt zijn voor kinderen. Uit de resultaten bleek 85% van de etenswaren te zoet, te vet en/of te zout te zijn. In hetzelfde rapport staat dat Nederlandse kinderen onvoldoende groenten zouden eten en in Europa bovendien de grootste frisdrankdrinkers zouden zijn.

Tegelijkertijd neemt de marketing van ongezonde producten toe. Volgens Foodwatch begint de marketing van te zoete, te zoute en te vette producten al vanaf de leeftijd van zes maanden. Daarom vindt Foodwatch dat de overheid kinderen en ouders in bescherming moet nemen tegen de kindermarketing van ongezonde producten.




Dat gebeurt door middel van een burgerinitiatief dat uiteindelijk moet leiden tot een wet die de marketing voor ongezonde kindervoeding moet gaan verbieden. Een onafhankelijke, externe partij zou moeten omschrijven waaraan gezonde voedingsmiddelen moeten voldoen. Bij 40.000 handtekeningen wordt het besproken in Den Haag. De teller staat inmiddels op eenvierde daarvan.

Eerdere initiatieven
Het hele verhaal over te dikke kinderen en een verbod op reclame van ongezonde producten is allesbehalve nieuw. Al sinds 2006 pleiten de Nederlandse Hartstichting en de Consumentenbond voor een  dergelijk verbod. Zij presenteerden toen een voorstel voor regulering van reclame gericht op kinderen. Dat zelfregulering nietwerkt is wel duidelijk en bovendien kon het voorstel niet rekenen op weinig bijval.
Een jaar later was het de snoepreclame die aan banden gelegd moest worden. Het Convenant Overgewicht onder leiding van Paul Rosenmöller presenteerde enkele voorstellen, maar ook dat leverde niets op.

De mislukte pogingen uit het recente verleden leren dat het zeer lastig is om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de manier waarop voedselfabrikanten reclame maken voor hun producten. Net als de voorstellen van de Hartstichting, de Consumentenbond en het Convenant Overgewicht zal het burgerinitiatief wellicht leiden tot een plek op de politieke agenda, maar uiteindelijk toch in de prullenbak gelanden.

Reden hiervoor is dat politieke partijen in grote mate beïnvloed worden door lobbyisten uit de voedselsector. Uit een aflevering vanZembla die eind februari werd uitgezonden blijkt hoe groot de macht van lobbyisten is. De voedselindustrie weet ons telkens weer te verleiden om suiker te eten. Hoe doen ze dat? ‘De suikerlobby begint er al mee te ontkennen dat het slecht is’, is een veelzeggend citaat uit de aflevering.

dinsdag 2 april 2013

De invloed van kookprogramma’s


Als televisiekijker word je ermee doodgegooid: kookprogramma’s. Born2Cook, Grenzeloos koken, Smaken verschillen, in alle soorten en maten worden ze uitgezonden. Met name rond etenstijd is er een ware overvloed van kookprogramma’s op de kijkbuis te aanschouwen. Maar welke invloed hebben al die programma’s nou eigenlijk? Zet het ons aan tot het bereiden van gezonde recepten of blijven we liever op de bank hangen met een kant-en-klaarmaaltijd op schoot?

De restauranthouder merkt dat zijn klanten kritischer zijn geworden door de kookprogramma's. Die programma's dringen zich als vanzelf aan hen op. Je hoeft enkel te tv aan te zetten en er is wel een kok bezig een lap vlees te braden. Er is tegenwoordig zelfs een zender waar 24 uur per dag gekookt wordt. De zenderprogrammeurs spelen perfect in op de situatie van de kijker. Als de magen beginnen te knorren rond vijf uur en de televisie wordt aangezet na een lange werkdag zijn het potten, pannen en een vrolijke kok die ons aanzet tot het maken van gezonde, makkelijke gerechten. Maar of dat lukt is maar de grote vraag. Wetenschappelijk onderzoek is er nog niet naar gedaan, maar de eerste onderzoekjes geven aan wat de gevolgen zijn van de kookprogramma’s en of deze daadwerkelijk invloed hebben op de manier waarop we te werk gaan in de keuken.


Onderzoek
Zo heeft Franke Kitchen Systems, een leverancier van intelligente systemen voor huishoudelijke keukens, een onderzoek onder 1000 respondenten laten uitvoeren door Multiscope, een online marketingbureau. Hoewel dit uiteraard niet als geheel objectief valt te beschouwen, komt uit dat onderzoek naar voren dat vier op de tien Nederlanders dagelijks tot enkele keren per maand naar een kookprogramma kijkt. Maar dat het hen aanzet om op een andere manier te koken is niet het geval. Want, zo is de conclusie: "35 procent raakt geïnspireerd door de programma's en neemt regelmatig meer tijd om uitgebreid te koken of probeert onbekende gerechten uit, maar de meerderheid 64 procent




Over de grens in België heeft Manon van Aerschot, studente Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Antwerpen op een meer gedegen manier onderzoek gedaan naar wat de impact van kookprogramma’s is op ons dagelijks leven. Daarvoor analyseerde ze het populaire kookprogramma Dagelijkse kost van Jeroen Meus. Hoewel het in voorgaande jaren gebruikelijk was dat tv-koks pretendeerden de restaurantkeuken in huis te brengen, streven zij er tegenwoordig naar eenvoudige, maar lekkere gerechten op tafel te zetten.

Uit onderzoek van Van Aerschot blijkt dat door de Dagelijkse kost de levensstijl van de zogenaamde ‘nieuwe man’ wordt aangewakkerd. Elke aflevering trek gemiddel zo’n 393.000 kijkers van wie 41% man is. Door invloed van het kookprogramma worden mannen gestimuleerd om het koken, dat toch voornamelijk als vrouwenwerk wordt gezien, zelf uit te gaan proberen. En dat heeft resultaat. Van Aerschot onderzoek of het aantal inschrijvingen in kooklessen de laatste jaren gestegen is. Bij vijf van de acht onderzochte scholen in het volwassenonderwijs bleek dat er meer mannelijke cursisten te zijn dan vrouwelijke. Ook bij de KVLV, beter gekend als de Boerinnenbond, steeg het aantal culinaire bijeenkomsten sterk: van 4178 in 2005 naar 5663 in 2010.

Ten slotte is er nog een interessant onderzoek uit Amerika waarbij psychologen 80 volwassenen tv lieten kijken. De helft daarvan mocht kijken naar een kookprogramma, terwijl de andere groep een natuurdocumentaire te zien kreeg. Onder het kijken kon er onbeperkt gesnaaid worden van chocolade, kaaschips en rauwe wortelen. Het resultaat was opmerkelijk. De proefpersonen die keken naar het kookprogramma aten veel meer van de chocoladesnoepjes dan de andere groep di e naar de natuurdocumentaire keken. Zij deden zich vooral te goed aan wortelen. 

_______________________________________________________________________


Vraag & Antwoord met Roberta Pagnier

Roberta Pagnier (1979) werkt als tv-kok voor de digitale zender 24Kitchen. Ze is geboren in Amsterdam, maar heeft Italiaanse wortels. Dankzij haar moeder kreeg ze al op jonge leeftijd veel affiniteit met de Italiaanse keuken. Voor deze foodblog beantwoordde Roberta Pagnier een viertal vragen over haar werk als tv-kok bij 24Kitchen.



Hoe ben je bij 24Kitchen terecht gekomen?
“Ik maakt een aantal jaren geleden kookvideo’s voor de site van het Parool. Daarna ben ik gevraagd voor een screentest bij 24Kitchen.”

Hoeveel tijd gaat er zitten in het maken van een aflevering?
“Elke aflevering is verschillend, we moeten de recepten schrijven, redigeren, voorbereiden en daarna opnemen.”

Er zijn al veel kookprogramma’s op tv. 24Kitchen is vrij succesvol. Hoe verklaar je dat?
“24Kitchen is een groot succes omdat het laagdrempelig is. We hebben een mooie mix van buitenlandse programma’s en zelfgemaakte televisie. Daarnaast worden Nederlanders denk ik steeds bewuster van het feit dat goede voeding belangrijk is. 24Kitchen draag daaraan bij.”

Wat vind je belangrijk wanneer je een gerecht voor een aflevering voorbereid?
“De gerechten voor het programma De Makkelijke Maaltijd moeten gezond zijn en passen in de dagelijkse ritmes van de kijker. Ik probeer gerechten te verzinnen die in maximaal 30 minuten op tafel kunnen staan.”